'We zijn er in totaal drie maanden', zei Alexander voor vertrek. 'Er moet een moment komen dat we deze periode (toch een heel seizoen) niet meer zien als vakantie maar er overheen zullen kijken en kunnen zien hoe het dagelijks leven hier voor ons zou kunnen zijn'.
We zijn nu twee maanden verder en het lijkt er niet eens op. Iedere dag voelt als een vakantiedag en ik krijg het idee dat half Spanje samenzweert om dit vooral maar zo te houden voor ons.
De uitnodigingen stromen binnen maar we hebben inmiddels begrepen dat het ons absoluut niet gaat lukken om alle B&B's en vakantiehuizen te gaan bezoeken. Andalusië is groot. We leggen ons er maar bij neer. Gebleken is dat we onze rust hier heel hard nodig hebben.
In plaats van weer honderden kilometers te rijden, kijken we elkaar eens gezapig aan en besluiten vandaag naar het strand te gaan. Wie had dat ooit kunnen denken?  Ik, verwend nest, (minimaal twee kilometer breed goudgeel zandstrand zonder baaien en kiezeltjes) vind de stranden hier bepaald niet om over naar huis te schrijven maar de vele comfortabele lounge-bars en ook de eenvoudiger strandtentjes maken alles meer dan goed.
In de beschermende schaduw van een parasol drinken we koffie en liters water, smeden plannen en lezen een boek.
Leven in Andalusië...
Alles loopt anders dan we zo keurig hadden gepland en het maakt me voor de verandering nu eens niets uit.
Ook dat we ons vakantie-budget schandalig overschrijden deert me niet meer. Dit pakt niemand ons meer af. Thuis eten we wel weer pannenkoeken.