Zondag, 6 oktober
Malaga mag je toch zeker niet vergelijken met Andalusische steden als Sevilla, Cordoba en Granada?
Natuurlijk hadden we de imposante koningssteden allemaal bezocht en ik kon me de eerste keer dan ook helemaal niets voorstellen bij deze stad aan de zee maar nu lopen we er wéer. Voor de vijfde keer zelfs en inmiddels met een heel ander doel.
We zoeken er een huisje. Malaga heeft ons hart gestolen.
We lopen door het historisch centrum en ik verrek m’n nek bijna van het omhoog kijken.
‚‘Ach, zie dan toch eens. Die balkonnetjes, die kleuren!’ Lyrisch ben ik.
‚‘Zou jij in het centrum kunnen wonen?’
Alexander schudt van nee en ach, dat wist ik eigenlijk wel en ik denk zowaar dat ie nog wel eens gelijk zou kunnen hebben ook.
Als je dan toch naar het diepe zuiden verhuist, dan wil je toch op z’n minst een eigen ‚‘buitentje’ hebben, een barbecue, een eigen kruidentuintje misschien zelfs wel...
‚‘Pedregalejo’ was ooit een klein vissersplaatsje maar zit inmiddels vastgeplakt aan de stad Malaga en we denken al een tijdje dat dit toch écht ons stekje gaat worden maar je moet alles onderzoeken, nietwaar? We zijn er nu toch.
We besluiten een fiets te huren en via de boulevard naar Pedregalejo te trappen.
De zon schijnt, de kalme zee is blauw als de lucht. Aan het strand grillen ze sardientjes op een met zand gevuld vissersbootje.
Ik vraag Alexander te stoppen om een foto van hem te kunnen maken.
Met het toestel reeds in de aanslag wordt ik zacht op m’n schouder getikt.
Een joggende Spaanse dame van een jaar of 75 vraagt me of zij misschien een foto van ons samen maken kan. De schat.
‚‘Gracias, señora’, roepen we haar even later na.
Ze kijkt om, lacht en wuift naar ons terwijl ze haar weg vervolgt. Wij lachen terug en ik ben ontroerd.
Kom er nog maar eens om.