Op de afgesproken plek, ergens in Granada werden we verder begeleid door een collega makelaar, een corpulente dame met een transpirerend vollemaansgezicht.
"Het is een bikers B&B," sprak ze. "Hier komen voornamelijk motorliefhebbers en vanuit het Bed and Breakfast maken ze ritten door de omgeving en de rest van Andalusië."
Het pad dat ons naar de B&B voerde ging stijl omhoog en voor dat we het wisten wilde ons autootje niet meer verder. Banden gierden en het rook naar verbrand rubber. "Het is te stijl," mopperde Alexander maar ik zag hem met een scheef oog kijken naar de mollige makelaar op de achterbank van ons koekblik. Haar schuld, dacht ie. (Ik weet het zeker.)
De auto werd aan de kant van het weggetje geparkeerd en te voet liepen we verder. De makelaar bleef wat achter omdat ze hoge hakken droeg. Hier had ze even niet mee gerekend en ze keek er dan ook niet bepaald vrolijk bij.
De eigenaar liep ons tegemoet en grijnsde. "Dat zal niet meegevallen zijn op dit weggetje, hè? Dit pad wordt gebruikt door de motorrijders. Jullie weten toch wel dat dit een bikers B&B is? Vlak hiernaast loopt de weg die wèl geschikt is voor auto's maar goed, jullie zijn er."
Ik hoorde hem al niet meer want ik zag het Bed and Breakfast voor ons opdoemen en m'n ogen vielen bijna uit hun kassen. Het was een reus, een kasteel, een fort. Massief en ongenaakbaar stond hij daar mooi te wezen in de brandende zon.
Tijdens de tour zagen we de acht kamers met badkamers, de moderne ruime keuken, het zwembad van Olympische