In Spanje, op het platteland kom je er niet onderuit.
Er komt altijd een moment dat er een zwerfhond of-kat bij je aan komt lopen en onze vrienden kregen er eentje cadeau van bevriende bed and breakfast eigenaren. Aangelopen, natuurlijk.
Zelf bleken ze allergisch te zijn en zo kon het gebeuren dat er op een dag een piepklein katje werd afgegeven bij de ‚‘casa’.
Het was een bijzonder exemplaar en hield het midden tussen een Siamees en een vuilnisbakkie.
Ze had haar plekje al snel gevonden en heerste vanaf dag éen reeds over zowel het grote huis als de tuinen.
Luidkeels eiste ze meerdere malen per dag haar eten op, liep de hele dag met je mee en anders onderzocht ze manieren om te ontsnappen uit de omheinde tuin. Ik ben regelmatig over haar gestruikeld.
Toen ze dus op een avond niet thuis bleek te zijn werden we al snel een beetje ongerust. Waar is dat rare mormel toch?
De volgende dag, na het boodschappen doen, vonden we haar.
Op het erf van de Spaanse buren. Doodgebeten door de enorme waakhond die kwispelend zijn dode prooi bewaakte.
Haar aangeboren nieuwsgierigheid was haar fataal geworden.
Traantjes vloeiden want ach... wij zijn immers teerhartige Hollanders maar zo werkt dat niet op het Andalusische platteland.
De Spaanse buurvrouw zag ons staan, opende de deur van haar huis en bekeek het tafereeltje eens van een afstand.
‚‘Wil je hem terug hebben of zal ik hem hier in de vuilnisbak gooien?,‚‘ riep ze ons onbewogen toe.
Tja. Ieder dier heeft hier een nuttige functie. Hier doen ze niet aan schoothondjes, verwende huiskatten, dure brokjes en de daarbij behorende emoties. Hier geldt het recht van de sterkste.
We weten het. We begrijpen het. We accepteren het, maar toch...
***hond.