in Vall de Pop, een vallei die we vorig jaar ontdekt hadden en waar we beslist een beetje verliefd op geworden waren. Het ligt dicht bij de kust maar toch voldoende landinwaarts. Er zijn voldoende emigranten in dit gebied te vinden maar toch is het hartstikke Spaans. Wat het precies is weten we niet maar we vinden het beiden een aantrekkelijk stukje Spanje.
Het was inderdaad weer prachtig toen we aankwamen. De eerste amandelbomen zaten al vol met bloesem, we zagen velden sinaasappelbomen beladen met fruit, het landschap was heuvelachtig en op de hoogste toppen lag zelfs nog wat sneeuw. Onderweg vonden we een leuk barretje waar we Jamon y Queso bestelden om weer een beetje in de stemming te komen. Er waren nog twee grotere plaatsen in de buurt die ik graag wilde zien, gewoon om me een beeld te kunnen vormen bij de namen die ik op het internet steeds voorbij zag komen.
Het was de moeite waard en laat in de middag keerden we terug naar ons appartementje.
Oké, nog één avondje bijtijds naar bed dan, spraken we af. Morgen begint het stevige leven hier. De komende vijf dagen krijgen we bijna iedere ochtend drie uur Spaanse conversatieles van de Nederlandse Trudie die hier al jaren woont en de taal tot in de puntjes beheerst.
Alleen dinsdag slaan we over want dan gaan we de, door ons uitgezochte huizen in de buurt van Valencia bekijken. Arme makelaar. Het arme mens moet ons op deze dag langs zes verschillende huizen loodsen.
Vooral het plaatsje Lliria vinden we erg aantrekkelijk. Het ligt vlakbij Valencia en bovendien komt de metro van Valencia tot aan dit kleine stadje. De metrotrein rijdt maar liefs twee keer per uur en een retourtje kost je bijna niets. Een heerlijk idee.
Landelijk maar toch in de buurt van een grote stad. Net wat we zochten.
Alexander z’n moestuintje, rust en natuur. Ik de drukte en gezelligheid onder handbereik. Nu maar duimen.