Gisteren hebben we onze vrienden opgehaald van vliegveld Malaga. Heerlijk om die blije koppies te zien.
'De zomer in Nederland heeft meer weg van de herfst', hoorden we. 'We kunnen wel wat zon gebruiken'.
Komt dat even goed uit. We barsten er hier namelijk van.
Ze waren nog niet binnen of het jurkje, de korte broek en de slippers werden uit de koffer getrokken en die avond zaten we buiten met tapas, een drankje en konden we weer even ouderwets bijpraten.
Het leven is goed hier en we worden er enorm sloom van. Alles staat op een laag pitje en we doen geen enkele poging meer om zaken in het vooruit te plannen. We zien wel. Heel ongebruikelijk voor ons maar we zijn niet meer vooruit te branden.
De mannen zijn het dorp ingegaan voor een cortado, Monique rommelt een beetje rond, bevestigt de hangmat tussen de twee bomen, pakt haar eerste boek en je ziet haar gewoon happy zijn.
Helemaal 'geland' zijn ze nog niet want vanochtend bij het ontbijt hoorden we van Monique dat we heerlijke cassis hadden. Cassis? We hebben helemaal geen cassis. Het bleek dat ze vannacht haar bed uitgegaan was om iets te drinken en zich tegoed had gedaan aan de Tinto de Verano (een lichte zomerwijn).
Michel vond dit erg grappig om te horen en nam grijnzend een slok van zijn thee waar hij zojuist een ferme schep zout in had gedaan.
Ik pak m'n derde kop koffie en heb nog steeds geen zin om onder de douche te springen. Zou dit dan 'La dolce vita' zijn? Het mañana-gevoel? Het 'laat maar waaien' leven?
Wij hebben daar geen ervaring mee maar zo iets dergelijks moet het zijn en het bevalt me meer dan goed.
Vanavond gooien we wat gamba's op de barbecue. Salade, aioli en een stokbroodje erbij. Klaar. Niets meer aan doen. Mañana zien we wel weer verder.