Tja, dat begreep ik wel. Vanaf eind Augustus was het al weer bar en boos in Nederland. En nu, bijna zes maanden later zaten we nóg midden in de winter. En niet zo’n beetje ook. Een paar dagen rondkijken in Zuid Europa is dan wel een verademing. In het zonnetje op een terrasje. Jassen uit. Het leek wel op een mooie lentedag in Nederland en inderdaad, daar zouden we best iets mee kunnen doen, toch? En daar begon het grote fantaseren. "Je bedoelt echt in het buitenland wonen? Waar dan? Wat gaan we daar dan doen?"
En Nederland dan? Gaan we onze vrienden en familie niet missen? Hoe moet dat dan met onze banen? Gaan we zelf iets opzetten? Hoeveel hebben we eigenlijk te besteden? Zouden we ons huis snel kwijt zijn? Zou het goed zijn om het kantoor aan te houden?"
Tientallen vragen passeerden de revue. We kregen er een licht hoofd van. Tachtig procent van het werk van Alexander kan per computer gedaan worden en ook ik werk vrij veel voor zijn bedrijf. Het zou dus kunnen betekenen dat we zijn zaak vanuit het buitenland zouden kunnen runnen.
Natuurlijk zagen we direct honderden beren op de weg. De technische problemen zal ik jullie maar onthouden maar volgens A valt overal wel een mouw aan te passen. Ik ben meestal iets voorzichtiger als er grote beslissingen genomen moeten worden. Ik zou mijn baan bij de Schouwburg op moeten geven... Wat een idee.
‚“En als jij dan de hele dag achter je computer zit, lieverd, wat moet ik dan doen? Een moestuin bijhouden? Het zwembad schoonmaken? De rest van de dag in een hangmat liggen?‚”, zei ik. Het leek me een bizar idee. Hier had ik nog nooit over nagedacht. Ik ben een ‚‘hands-on’ meisje en moet altijd iets te doen hebben.‚“Jij aan het zwembad liggen? Protesteerde A. Ik zal je hard nodig hebben op ons buitenlands kantoortje. De webshop moet doorlopen, e-mails moeten beantwoord, rekeningen moeten gemaakt worden, je zal je handen vol hebben.‚”
‚“Tuurlijk lief‚”, was mijn antwoord, ‚“maar als ik daar thuis maar een paar uur per dag voor nodig heb zal het daar echt niet veel meer worden. Nee, ik moet dan wel iets meer om handen hebben. Kunnen we daar geen Bed and Breakfast opstarten?‚” (Kind toch, hoe haal je het in je hoofd. Wat zeg je nu? Denk toch eens na!) Waar kwam dat nu vandaan? Ik wist het niet.
Al pratend liepen we terug naar de auto en ik zag lichtjes in de ogen van mijn liefste. Een nieuw avontuur had zijn intrede gedaan.