We zijn in het stadje Trujillo, Extremadura en ik wil je niet eens meer vermoeien met wat we hier allemaal te zien kregen. Het is gewoon teveel. Zoveel schoonheid maakt een beetje blasé.
Al lopend door het historische centrum dook een klooster op en achter tralies zagen we een nonnetje staan. Ze verkocht koekjes en andere zoetigheden. Hier had ik al meer van gehoord. Het beste gebak koop je bij de nonnetjes en aangezien wij dit wel eens wilden proberen liepen we naar haar toe.
'Buongiorno, Sorella', begroette ik haar in totaal misplaatst maar uiterst correct Italiaans. Waar ik dát nou dan opeens vandaan haalde mag Dios weten. Zou ik in mijn vorig leven wellicht ook een Italiaanse non zijn geweest? De vergissing bleek haar niet te deren en een enorme grijns werd ons deel toen we de koekjes van haar aannamen.
Het is half twaalf in de ochtend en met 37 graden duiken we maar snel weer een schaduwrijk terrasje op.
Je zou er eigenlijk bij moeten zijn. Het plein is omringd door verschillende historische gebouwen en overal waar maar een torentje op is gebouwd, bevinden zich nesten met ooievaars. We horen ze klepperen.
Drie dames van middelbare leeftijd kletsen elkaar in rap Spaans de oren van het hoofd, wapperen 
zichzelf koelte toe met waaiers en drinken daar een flink glas bier bij.
Wij bestellen Dos Cortados en daar krijg je hier géen koekje bij...Nee. In Extremadura moet je goed eten, zullen ze hier wel denken want onze koffie's werden vergezeld door een bordje zeer vette frites en stukjes gemarineerd varkensvlees. Welja, waarom niet? Zo kom je nog eens helemaal gratis aan een degelijke 'lunch'.