registreer. Toch heb ik er nooit aan kunnen wennen. ‚‘Diarree-muziek’ en ‚‘getreuter’ noem ik het tot A's grote ergernis. Maar dit?
Het ritme begreep ik niet goed en de klanken die uitgestoten werden deden me in de verte aan wolvengehuil en Arabische klanken denken. Er werd gedanst, gespeeld, geklapt, gestampt en in vingers geknipt alsof hun leven er vanaf hing. Op het grote scherm zagen we straaltjes zweet over het voorhoofd van de oudere vrouw lopen. Intens was het. Opzwepend. Hier werd topsport bedreven.
Hun hele hart en ziel zat in de voorstelling, zoveel was wel duidelijk. Het was pure passie.
Mooi vond ik het niet maar intrigerend was het des te meer.
‚“En weet je. Er zijn iedere avond flamenco shows in Sevilla. Het barst er van. Zou je er wat voor voelen om er één te gaan bekijken?‚” grijnsde vriendin M.
Ze wist het antwoord reeds. Zo goed kent ze me wel en bovendien schatte ik hen ook niet in als grote flamenco liefhebbers maar ik kon het mis hebben natuurlijk. In ‚‘hun’ Portugal hebben ze de Fado en daar waren ze beiden dol op.
‚“Een andere keer misschien‚”, was dus mijn voorzichtige antwoord. ‚“Ik moet er nog een beetje aan wennen, ben ik bang‚”.
Terugslenterend naar het hotelletje sprak A: ‚“Denk je dat ze hier ook leuke Jazzcafés hebben?‚”
Juist, ik ga vanavond maar eens vroeg naar bed.