Alhoewel ik me er nog maar nauwelijks iets bij voor kan stellen, vliegen we vrijdagochtend in alle vroegte al naar Andalusie voor een verblijf van vijf dagen.
M’n hoofd zit vol met watten en zelfs m’n schedeldak heeft spierpijn. Wat is zo’n griepje toch onhandig als je nog zoveel wilt doen.
De vernieuwde site van Dos Cortados is inmiddels alweer een paar dagen ‚‘live’ en nu zijn we druk met het corrigeren van de schoonheidsfoutjes maar er zit schot in.
Zonder ook verder nog maar iemand van ‚‘buitenaf’ op de hoogte te stellen hebben zich inmiddels al dertien nieuwe accommodaties aangemeld en wij knappen zo ongeveer uit elkaar van trots.
Onze vrienden Monique en Michel, die sinds kort de nieuwe uitbaters zijn van B&B ‚‘Casa de Orange’ hebben ons uitgenodigd om even te komen ontspannen en hun vorderingen te komen bewonderen.
Ik heb begrepen dat de verhuiswagen net bij ze is aangekomen en ze momenteel tegen een muur van dozen aankijken.
Een hele tour, zo’n emigratie. Een half jaar geleden wisten ze nog van niets.
Ik verheug me alvast in het vooruit op een paar gemaakte afspraken, een bezoek aan Malaga en Granada en eindelijk gaan we eten in het Spaanse restaurant waar ik al tijden naartoe wil.
‚‘Het leven is geen straf’, rochel ik Alexander toe vanuit mijn bed.
Hij snelt toe met een aspirientje en een kopje thee en ik laat het maar over me heenkomen.
Morgen ben ik weer de bink.
Of overmorgen.