Totaal verkleumd klommen we in Weeze aan boord van het vliegtuig om vervolgens drie uur later weer uit te stappen in Malaga. Het zonnetje scheen.
Ook vriendin Marcelia kwam voor deze werkweek gezellig mee en zelfs twee tuinmannen waren aanwezig dus waren we opeens met z’n zevenen.
Nu begrijp ik natuurlijk helemaal niets van tuinen en schrok me ongelukkig toen ik zag hoe de Spaanse tuinhelden tekeer gingen met zagen en hun, in mijn ogen, doodenge elektrische gereedschap.
Halve bomen en armen vol takken gingen achter elkaar de grote containers in.
Ik durfde me er eigenlijk helemaal niet te vertonen met m’n kleine tuinschaartje. Ze zagen me al aankomen dus beperkte ik me maar tot het aanvegen van de paden, verwijderen van stenen en het rapen en plukken van de sinaasappels.
Een verrukkelijk werkje. Veel leuker dan het eindeloos schrobben van de kamervloeren en het lappen van de vele ramen maar ook dat stond op de lijst.
Die avond koelde het flink af . We verzamelden ons rondom de houtkachel en daar kwamen de tapas, de wijntjes en de verhalen weer.
Na nog een hele hete douche genomen te hebben doken we ons bedje in.
‚‘Leuk hoor, dat Spaanse buitenleven. Vind je niet?’, gaapte ik Alexander toe maar kreeg geen antwoord.
Hij sliep al.